Interlandelijke adoptie wordt in een periode van 6 jaar zorgvuldig afgebouwd. Op deze manier kunnen landen van herkomst en vergunninghouders zich voorbereiden op de situatie waarin Nederland stopt met interlandelijke adoptie. Daarnaast krijgen aspirant-adoptiefouders met deze afbouwtermijn een redelijke periode om hun adoptieprocedure voort te zetten. Met dit afbouwplan geeft staatssecretaris Struycken uitvoering aan de motie die op 16 april jl. door de Tweede Kamer is aangenomen om interlandelijke adoptie af te bouwen. Deze motie volgt op het rapport van de Commissie Joustra uit 2021 waarbij is vastgesteld dat ook in een strenger ingericht systeem de kans op misstanden niet kan worden uitgesloten
Het uitgangspunt van de Kamer om te stoppen met interlandelijke adoptie is dat interlandelijke adoptie geen duurzame oplossing meer vormt om de belangen van kinderen te beschermen. De belangen van kinderen worden het beste gediend wanneer zij kunnen opgroeien in een veilige omgeving in het eigen land, regio of cultuur.