In de afgelopen zeventig jaar zijn naar schatting meer dan 60.000 kinderen, voornamelijk afkomstig uit het Globale Zuiden, onttrokken aan hun eerste ouders/gemeenschappen/naties en geplaatst bij wensouders in de Lage Landen. Hoewel dit fenomeen, bekend als interlandelijke of transnationale adoptie, lange tijd werd beschouwd als een altruïstische en humanitaire praktijk, staat de houdbaarheid van het adoptiesysteem tegenwoordig steeds meer ter discussie. Kritische stemmen uit zowel de praktijk als het onderzoek wijzen op de diepgewortelde ongelijkheden en scheve machtsverhoudingen die onderliggend zijn aan transnationale adoptie. Bovendien hebben geadopteerden in de loop der jaren een cruciale rol gespeeld bij het blootleggen van systematische wanpraktijken. Dit heeft geleid tot de oprichting van onderzoekscommissies om adoptiepraktijken in het heden en verleden te onderzoeken in verscheidene Europese landen, waaronder België (Vlaanderen) en Nederland.